maandag 30 november 2009

I feal mislead

I feel mislead by a centain website. They know who they are.

woensdag 5 augustus 2009

Lowlands-Modem-Reset-RSI

Ongelooflijk. Het lot is mij totaal niet genadig. Vandaag kwamen er 500 tickets voor Lowlands in de verkoop. Het moment waarop ik al weken, misschien wel maanden, heb gewacht. Het was de uitgelezen kans om aan een kaartje te komen. Al mijn hoop had ik er op gevestigd. En vandaag was het zover. Om elf uur kreeg ik het bericht: 500 kaartjes in de verkoop. Wees er snel bij!

Zo vreugdevol als je kan zijn met je mobiel in de ene hand en een broodje in de ander, zo vreugdevol was ik. Bijna had ik het uitgegild van geluk, maar toen besefte ik mij dat ik op mijn werk was. Dat ik voor gek zou staan boeide mij niet. Het was Lowlands nota bene. Mijn probleem was van een geheel andere aard. Ik was niet thuis, ik zat niet achter mijn computer. Nee. Ik was op mijn werk. De hoop op een Lowlandskaartje verdween nog sneller dan mijn eetlust. Ik slikte het brood door en legde de rest terug op mijn bord.

Haastig smste ik iedereen die mogelijk de beschikking over internet had of daar snel beschikking over kon krijgen. En daar kwam het lot om de hoek kijken en stak daar een stokje voor. Martin werd geblokkeerd en kon geen ticket voor me regelen. Maaike, een andere vriend, stond precies op dat moment onder de douche. En zo werd de kans om 1 van de 500 te zijn steeds kleiner en kleiner.

Lowlands 2009 mocht niet aan mijn neus voorbij gaan. Dat was zeker. Een plan had ik al bedacht op het moment dat de laatste hap van mijn broodje doorslikte. Stiekem glipte ik er tijdens het werk uit. Ik liet de keuken achter mij en verstopte me op het toilet. Weer belde ik Maaike. Bingo. Verbinding. Ik legde haar het probleem voor en zette haar aan het werk.

Mijn hart klopte steeds sneller. Ik voelde aders kloppen, waar ik ze nog nooit heb voelen kloppen. Mijn handen waren vochtig van het zweet. En ik ben weer heerlijk aan het overdreven. De kans op een kaartje was gering, maar ik had hoop. En die hoop wilde ik nog niet laten varen. Een kwartier later volgde een sms. Uitverkocht.

Teleurgesteld legde ik mijn telefoon terug in de kluis. Geen Lowlands voor mij dit jaar. Dat kan toch niet. Ik heb niet voor niets al jaren mijn bandjes om gelaten. Ik kan niet ineens bandje 2009 missen. Dat kan gewoon niet. Het besef dat ik Metric, Lily Allen en de rest zal missen, hakte er flink in. Maar ik wilde er niet aan toegeven. Zolang Lowlands 2009 nog niet begonnen is, zijn de kansen nog niet verkeken. En dat hield ik mij de rest van de werkdag voor. Hoe lastig dat ook was.

Thuisgekomen landde ik op mijn bureaustoel. Misschien waren er nog kaarten te vinden, daar hoopte ik op. En daar vond mijn ellende een vervolg. Ik zag in mijn Gmail account dat ik een Lowlands-mail gekregen had. Het was waar. Er waren kaarten te koop! Enthousiast opende ik de mail. Poef. Daar ging de internetverbinding.

De modem scheet er mee uit. Hij weigerde dienst. Wat ik ook probeerde, hoe vaak ik het mormel ook resette, er gebeurde niets. Nu wist ik het zeker. Alle kansen waren verkeken via Livenation / Eventim. Via de officiële kanalen kon ik het wel vergeten. Gefrustreerd bleef ik de modem tegen beter weten in resetten.

Tegen negen uur gebeurde een wonder. Het lot trok zijn stokje terug en de modem deed het weer. Natuurlijk waren mijn kansen al lang verkeken. Livenation, Eventim, Lowlands.nl. Uitverkocht, uitverkocht, uitverkocht.

En nu? Nu zit ik opgescheept met Lowlands-modem-recet-RSI. Ik kan geen modem meer resetten. En al helemaal niet voor Lowlands. Dus ik ga op zoek naar andere methodes om aan een ticket te komen. Zolang het me maar geen 300 euro kost, want dat heb ik niet. En met zo’n RSI-hand, kan ik dat geld ook niet meer met werken verdienen. Misschien heeft Nurse Selma nog wel een oplossing voor deze kwaal.

vrijdag 24 juli 2009

Een neus voor de goede zaak

Het is alsof ik in de ogen van een hagedis kijk. Ik sta in één van de grootste zalen van de Metropolitan Museum of Art. Voor mij is het hoofd van een Griekse dame op een ijzeren spies gestoken. Haar ogen zijn bezeten van angst en furie. Haar neus is weggeslagen, waardoor haar gezicht reptielachtige trekken krijgt.

Een vrouw draait zich om en kijkt recht tegen het gedrocht aan. Ze doet van schrik een stap naar achteren. Ze draait haar hoofd weg. ‘Ik kan zo slecht tegen enge gezichten.’ Als ik verder kijk in het museum valt me op dat de meeste marmeren beelden hun reukvermogen zijn verloren. Hoe komt het toch dat meeste beelden volledig in tact zijn, maar geen neuzen meer hebben?

De meeste marmeren beelden staan ongeschonden op pilaren of achter vitrines. Ze poseren statig voor het publiek, als de helden die ze vroeger zijn geweest. Details zijn door de tijd niet vergaan. De krullen van een Griekse god lijken nog even verfijnd als duizenden jaren geleden. De oorschelpen zijn een vorm van perfectie, maar het stompje midden in het gezicht doet toch afbreuk aan het geheel. Hoe kan het dat zulke fijne details zo goed geconserveerd zijn gebleven, terwijl de dikke knop op de voorkant van het gezicht als door een beitel van het gezicht geslagen is?

Het kan niet zo zijn dat die neuzen zijn vergaan met de tijd. Dat de aarde ze met al zijn kracht vermalen heeft tot het gruis waarin momenteel een jonge eik zijn wortels huist. Dat hij zijn weg naar de sappen van de aarde vindt via een pad van oude Griekse neuzen. Als zelfs de oren, vingers en tenen zo goed in tact zijn gebleven, kan ik mij niet voorstellen dat die neuzen zijn verdwenen.

Misschien heeft iemand ze er wel bewust van afgehaald. In de televisieserie Bewitched spaarde Aunt Clara deurknoppen. Altijd als de verwarde heks weer haar opwachting maakte, wist je dat ze weer met een paar deurknoppen naar huis ging. Misschien was er ook wel een Aunt Clara in de Griekse oudheid. Want wie zegt dat die neuzen pas zijn verloren toen de beelden ergens onder de grond lagen?

In het Vaticaan Museum in Rome verwonderde ik mij ook over het gebrek aan neuzen. Altijd heb ik me afgevraagd waar die neuzen zijn gebleven. Bij een opgraving kan een neus toch niet ver van zijn eigenaar zijn geraakt? En hoe zit het dan met benen. Sommige beelden missen zelfs complete benen. Een neusje kun je nog over het hoofd zien, maar een stel benen?

Het is een gek idee, bizar zelfs. Maar stel je voor dat die Grieken werkelijk geen neuzen hadden. Zou het niet heerlijk zijn? Nooit meer verkouden, geen last meer van hooikoorts. Die vreselijke pollen die hun weg vinden via je neus. Het is dat ik nu in een gekoelde ruimte sta, maar in mijn tas herberg ik nu zo’n twintig vol gesnoten zakdoeken. Buiten stikt het van de stuifmeel en het was een hel om naar het museum te lopen.

Geen neuscorrecties of gebroken neuzen meer. Maar wat zouden we allemaal toch veel op hagedissen lijken. Ik moet er niet aan denken. Al zou ik er heel wat voor over hebben om vandaag eens lekker te kunnen snuffelen aan het gras in Central Park. Even flink je neusophalen, zonder gevolgen.

Helaas kun je tegenwoordig nergens veilig je neus in steken. Als ik de Amerikaanse media mag geloven ligt de swine flu, de Mexicaanse griep, op de loer. Zowel Fox News als CNN heeft me flink angst weten aan te jagen. Tijdens mijn wandeling naar het museum liep het snot zowat mijn neus uit. Mijn ogen waren rood en nat van de tranen. Ik zag de mensen kijken. Ik hoorde ze denken. Swine flu? Swine flu?

Het begon allemaal met het nieuws dat er een levensgevaarlijk griepvirus was uitgebroken in Mexico. Er waren al veel mensen overleden. Zelfs vergelijkingen met Sars werden gemaakt. Plotseling verscheen er breed in beeld: SIX CASES OF SWINE FLU IN NEW YORK.

Mijn ouders lagen al lang te slapen. Ik kon ze toch niet wakker bellen voor een portie Hollandse nuchterheid? Het gevaar leek steeds dichterbij te komen. Wat als er straks een vliegverbod vanuit New York komt? Ze kregen me bijna zover te denken dat ik alleen moest sterven in deze grote stad waar niemand me kent.

De World Heath Organisation heeft gelukkig al wat helderheid gebracht. Wat betreft de zes gevallen van de Mexicaanse griep bleek het te gaan om studenten van een school in Queens. Deze kinderen waren op excursie geweest in Mexico. Inmiddels zitten ze in quarantaine en zijn ze aan de beterende hand.

Hercules staat statig op een sokkel. Hij is een van de weinigen die zijn neus niet is verloren. Hij is nog volledig in tact. Zorgeloos kijkt hij voor zich uit. Zouden ze vroeger minder ziektes hebben om zich zorgen over te maken? Zouden zij hun neus nog wel gemakkelijk in bepaalde zaken kunnen steken? Als ik de mensen hier met mondkapjes zie lopen, denk ik niet dat ik zo statig op een sokkel kan staan.

Ik vraag me af hoe lang de hysterie van dit land nog gaat duren en of president Barak Obama de rust kan laten wederkeren. Hij moet de belofte van het land zijn, maar kan hij Amerika bevrijden? Laat hem een voorbeeld nemen aan deze neusloze Grieken. Wie weet pikt hij deze ironische waarschuwing uit het verleden wel op.

Misschien vinden ze over een paar duizend jaar wel een neusloze Obama tussen de opgravingen. En zetten ze hem neer tussen alle andere presidenten van Amerika. Dan loopt er net als vandaag een jonge student langs die zich afvraagt wat er gebeurd is met zijn neus. Statig zal hij daar staan, als de held van Amerika. De student kijkt op en vraagt zich af: hoe kan het toch dat je neus brak, Obama?

donderdag 23 juli 2009

Beschermheilige: beperkt houdbaar?

Lexie kon klokkijken als de beste. Elke dag liep hij tegen drie uur naar de school van mijn vader. Hij stak een grote drukke weg over en wachtte geduldig op het schoolplein. Zodra hij mijn vader zag, rende hij op hem af. Lexie likte zijn gezicht en gaf hem kusjes.
Niemand kon bij mijn vader in de buurt komen, want Lexie was zijn beschermengel. Als iemand te dicht naderde, beet hij diegene zonder pardon in zijn enkel. Op een dag was Lexie buiten aan het wandelen. Zonder te kijken stak hij de straat over.
Heeft iedereen iemand zoals Lexie? Volgens het katholicisme wel. Ieder kind heeft een beschermer. Iemand die over je waakt en je behoedt voor gevaar. In de oren van een ongelovige klinkt dit vast zweverig. Maar op het moment dat jij op het nippertje aan een ongeluk ontsnapt bent, zegt men toch vaak dat er een engel op je schouder rustte.
In mijn beleving zijn er veel beschermengelen op aarde. Als kind zijnde is er je moeder. De grootste beschermengel van alleen, de patrones. Al haar instincten zijn er op gericht haar kind te beschermen, om jou te beschermen. Wat dat betreft verschillen we niet veel van dieren.
Elke dag ontkom je misschien wel meer dan eens aan een levensbedreigende situatie. Iedereen staat wel eens voor een kruispunt met het besef dat je links of rechts kunt gaan. Je besluit rechtsaf te gaan en rijdt daarom niet de fietser aan die zojuist door rood gereden is. Op dat moment wordt niet alleen jij beschermd voor een ongeval, maar ook die fietser. Het idee dat elk individu maar één beschermer heeft, lijkt hierdoor zeer onwaarschijnlijk. Het lijkt meer een groot samenwerkingsverband: de maatschappelijk werkers van het bovennatuurlijke.
Aan alle komt een einde. Aan het leven, aan de liefde en aan geluk. Maar hoe ver reikt de bescherming van onze pantronen? Komt daar ooit een einde aan? Krijgen we net als Aladdin maar drie wensen, drie kansen op bescherming?
Misschien heeft de ene persoon gewoon meer geluk, dan de ander. De één is heel intelligent, de ander is ontzettend knap en een derde heeft misschien wel meer overlevingskansen. Konden we dat maar controleren. Overal zitten grenzen aan. Zelfs een cirkel heeft randen.
Mensen zijn egoïstisch. Ze bidden tot God en vragen hem om vergeving van hun zonden, ze danken hem voor het overvloedige eten of bidden voor bescherming van hun kind. Maar vragen ze ooit hoe het met God gaat? Misschien is hij wel diep ongelukkig en is er niemand om hem te helpen. Niemand vraagt zich af of God huilt, of hij bescherming nodig heeft. We gaan er van uit dat we beschermt worden, maar wie beschermt onze beschermers?
Canis Maior, de Grote Hond, is een van de sterrenbeelden in ons Universum. Volgens legenden is hij ooit door Zeus toegewezen als beschermheilige van Europa. Hij beschermt zelfs de beschermers van het continent. In zijn leven werd de grote hond Laepus ingezet om een razendsnelle vos te vangen. Deze vos was zo vlug dat niemand hem kon bijhouden. Hij verwoestte het hele land.
Laepus jaagde hem na, het werd een kat en muis spel zonder einde. Ze waren gedoemd elkaar voor eeuwig achterna te zitten. Zeus kwam tussenbeiden en veranderde ze in steen. Hij zette Laepus als Canis Maior aan de hemel. Wat er met de vos gebeurde, is niet bekend.
En zo zorgde Zeus dat Laepus op zijn plek kwam en de rest van zijn voortbestaan de Europeanen beschermde. Nog steeds waarschuwt Canis Maior ons voor de hondsdagen. De tijd waarop voedsel sneller bederft dan de rest van het jaar. Voor Egyptenaren was hij het teken van de overstroming van de Nijl, de tijd waarin het land weer vruchtbaar werd.
Iedereen heeft een beschermer. In welke vorm dat gegoten wordt, is heel verschillend. Mijn vader had zijn hond. Lexie had zijn taak volbracht en het was tijd voor mijn vader om op eigen benen te staan. Wanneer de bescherming ophoudt is de vraag. Neemt iemand anders de bescherming over? Lexie 2 deed dat bij mijn vader niet. Het was nooit meer hetzelfde. Of komt er een tijd dat je geen vangnet meer hebt, dat ze zelf moet uitkijken? En wie bepaalt dat?
Heeft voor geloven God dat alleenrecht of is een speciale afdeling beschermheiligen in de multinational die we de hemel of het bovennatuurlijke noemen? De top beschermt zijn patronen. En de patronen de mens op aarde. Maar wat kunnen wij betekenen voor de almachtige? We kunnen alleen maar zo ver reiken.